Marktverkenning op de Walk Art Markt

De Walk Art Markt in Zeist was voor mij een eerste marktverkenning op een goedbezochte kunstmarkt, in de stand van onze beeldhouwersvereniging ‘Guts en Klopper. En dat is leuker om mee te maken dan ik dacht. Gezellig. Het publiek was welwillend. Vrolijk. De zon scheen en de aangekondigde stortbui in de middag wachtte geduldig tot het vijf uur was.

De stand van vereniging ‘Guts en Klopper’ op de Walk Art Markt in het Walkartpark in Zeist.

Ik was vooral benieuwd welke werkstukken de bezoekers aantrekkelijk zouden vinden. Met het oog daarop had ik de uil die ik voor de studentenvereniging Minerva mag maken meegenomen. Ja, de uil van Minerva, dus. Toen de studenten contact met me zochten via mijn website Wowwood.nl was ik nog even achterdochtig. Iedereen kent het gebazel van Thierry Baudet, die na verkiezingswinst aankondigde dat de uil van Minerva ging uitvliegen- een uitspraak die overigens oorspronkelijk van de filosoof Hegel afkomstig is. Maar het was een serieus verzoek. Hun oude uil hoog in de verenigingszaal had zijn beste tijd gehad. Ze wilden een nieuwe. 

Na research op internet besloot ik de oorspronkelijke mythologische beeltenis te volgen, de uil van de Griekse godin Athena, die model stond voor de latere Latijnse godin Minerva. Een uil die niet alleen wijsheid moet uitstralen, maar ook symbool staat voor oorlogsvoering. Met die combinatie hadden de Romeinen vroeger geen enkele moeite. Dus: overdreven grote agressieve nagels. Horizontale lijnen op de vleugels die op de strepen op de mouwen van een militair doen denken. En de grote hypnotiserende ogen van het Griekse origineel.

“Hypnotiserende uilenogen”

Kampioen speedcarven Dave Harmsworth haalde op basis van mijn model in was met zijn kettingzagen de uil uit een boomstam, in drie uur tijd. De nabewerking -snijden, raspen, vergulden- nam ik zelf weer voor mijn rekening.

Na de Walkartmarkt durf ik die woeste uil gerust aan de studenten te presenteren. Het enorme zware beeld van 22,5 kilo cederhout hielp goed mee om mensen naar onze stand te lokken. Gelukkig. Leuke reacties. Er meldde zich zelfs een spontane koper. Maar ja, niet te koop. Reeds verkocht.

De Walk Art Markt trok in 2024 maar liefst 6000 bezoekers: de uil van Minerva keek toe.

Mensen vonden het leuk om onze beelden aan te raken. Toen we dat in de gaten kregen, verschoven we onze opstelling. De ‘enorme’ voelvorm van penningmeester Gerrit-Jan van olijfboomwortel kwam vooraan te liggen. Wij weten hoe hij heeft moeten hakken om dit keiharde hout naar zijn idee te vormen, met gutsen die uiteindelijk bijna net zagen leken, gekarteld van de beschadigingen. “Omdat er steentjes in die wortel mee omhoog groeien. En daar sla je dan op”, vertelde hij. 

Het eindresultaat na veel fijnschuren leverde echter een schitterend oppervlak op dat aanvoelde als zijde. Dat was een mooie kans om mensen naar ons toe te trekken: “Voel eens hoe zacht.” Dat deden ze ook graag. Alsof het een glad gesleten ‘Amsterdammertje’ was, het klassieke bolle straatpaaltje in de hoofdstad, zo aaiden ze het beeld. 

“Houdt u van hout?”

Bestuurslid Pauline, die dit najaar naar een appartement gaat verhuizen, wilde graag wat van haar grootste stukken verkopen. En dat lukte. Abstracte sierlijke vormen, daar was animo voor. Maar de kopers kochten het op een enkele uitzondering na niet voor zichzelf. Het waren cadeautjes, voor dierbaren: familie en vrienden. Vaak hoorden we bezoekers ook zeggen: “Mijn huis staat al helemaal vol.” Net als de meeste van onze eigen huizen, trouwens.

Een andere manier om mensen te lokken was simpelweg een vraag te stellen. “Houdt u van hout” bleek goed te werken als aanleiding voor een praatje. Want de vraag werd in de regel positief beantwoord. Om ons na een gesprekje te ontpoppen als een echte ‘marktkoopman’ (een observatie van voorzitter Tom) met: “Heeft u zin om zelf iets bij ons te komen maken?” Ons voorraadje folders van ‘Guts en Klopper’ was zo rond de theetijd al helemaal op. Benieuwd hoeveel nieuwe leden we daaraan gaan overhouden.

Een van de andere standhouders op de Walk Art Markt deed een rondje.

Frustrerend is het te ervaren dat bezoekers weinig geld voor ons werk over hebben. De 50 euro aan voorrijkosten voor een sleutelmaker worden zonder na te denken akkoord bevonden, maar dezelfde som geld voor iets betalen waar wekenlang aan is gesneden, geschuurd en geschaafd, wordt als ‘te duur’ beoordeeld.

Als je mij nu zou vragen wat voor soort werk de bezoekers het meest aantrekkelijk vinden, zou ik geen antwoord durven te geven. Er viel echt geen peil op te trekken. De ene stevende rechtstreeks op een abstract beeld af, een ander op figuratief werk. Zo verkocht ik tot mijn eigen verbazing voor 40 euro een mislukte buste, van een vrouw met ruw weggeschuurde ogen, die ik ‘American Justice’ had genoemd. Dat vond de koopster een mooi geschenk voor een vriendin die als juriste in de Verenigde Staten gaat werken.

“Houten neuzen voor op het toilet”

Mijn advies aan alle houtbewerkers is dan ook: blijf vooral maken wat je zelf het leukste vindt. Onze grote variëteit aan uitingen is misschien ook wel ons sterkste punt. 

Ik speel nog wel met de gedachte om een serie ‘gimmicks’ te gaan maken die niet te veel tijd kosten, maar toch leuk zijn om zelf op een speciaal plekje in het huis te hangen: houten neuzen voor op het toilet. Heb ik zelf thuis en ik vind het nog steeds grappig.

Misschien doe ik dat, misschien ook niet. Ik ben niet aan ‘carving’ begonnen om heel hard te moeten gaan werken voor heel weinig geld. We zijn om heel andere reden gaan houtsnijden, nietwaar?

Jan Bom, 10 september 2024