Donatello verbeeldt een uitgemergelde Maria Magdalena. Ze is naakt, alleen bedekt met het haar dat zij dertig jaar niet knipte. Het beeld uit populierenhout brak met alle tradities en voorschriften van de kerk. De Renaissance begon. De Italiaan Donatello (Geboren als: Donato di Niccolò di Betto Bardi) leefde van ongeveer 1386 tot 1466.
Donatello verbeeldt een uitgemergelde Maria Magdalena, naakt, alleen bedekt door haar lange haren.
Donatello werkte in de beginjaren van de Renaissance. Hij gaf deze kunststroming zelfs mede vorm. Zijn uit populierenhout gesneden beeld van Maria Magdalena is daar een symbool van. Hij breekt radicaal met hoe heiligen moesten worden afgebeeld. Zijn Maria Magdalena was geen zoete brave aanbidster van Jezus, maar een getergde vrouw, na een leven van boetedoening.
Het beeld staat in het Museo dell’Opera del Duomo in Florence en is een van Donatello’s meest aangrijpende en innovatieve werken.
Holle blik in de ogen
Deze Magdalena uit 1457 (omstreeks) wordt weergegeven als een uitgemergelde vrouw, gehuld in vodden of misschien slechts bedekt door haar eigen nooit geknipte haren. Haar magerte, de diepe groeven in haar gezicht en de holle blik in haar ogen maken haar afbeelding menselijk en emotioneel geladen. Dit is een breuk met de eerdere idealisering van Maria Magdalena als een jeugdige, schoonheid uitstralende boeteling.
Donatello koos voor hout in plaats van marmer of brons, materialen waarin hij uitblonk. De keuze voor hout was niet alleen praktisch—lichter en makkelijker te bewerken—maar droeg ook bij aan de expressieve kracht van het werk. De polychromie (beschildering) en vergulding gaven extra diepte aan de dramatiek van het beeld, hoewel veel van de oorspronkelijke kleuren zijn vervaagd.
Het failliet van de Jansons
In de laatste editie van de Amerikaanse ‘Kunstbijbel’ Jansons is dit beeld het laatste dat getoond wordt als het om ambachtelijk houtsnijwerk gaat – houtdruk uitgezonderd. En dat terwijl het absolute hoogtepunt van de houtsnijkunst nog moest komen, zo rond het jaar 1500. Toen leverden meestersnijders als de Duitser Riemenschneider en Nederlandse Meester van Esloo hun topwerken af. Om de verbazingwekkende ‘gebedsnoten’ uit het atelier van Adam Dirkszn niet te vergeten.
En alsof er deze eeuw niet langzaam maar zeker een revival op gang komt van het ambachtelijk werken in een natuurlijk materiaal als hout, gedragen door moderne kunstenaars van naam en faam als Ellsworth Kelly, David Nash en niet te vergeten Giuseppe Penone. Over deze ontwikkeling zwijgen de Amerikaanse kunsthistorici in de Jansons als het graf. Nash en Penone staan er zelfs niet eens in. In de oud-papierbak dus, deze achterhaalde standaard.
Maarten van Rossem doet het beter
De Nederlandse historicus Maarten van Rossem gaf op zijn website Maarten een veel fraaie beschrijving van de Maria Magdalena dan de Amerikanen dat in de Jansons doen. Hij schrijft het zo prachtig op dat ik het niet over mijn hart kan halen om dit citaat in te korten.
Van Rossem: ’Christus komt na zijn dood terug en wat ik nou zo interessant vind, is dat hij eerst verschijnt aan Maria Magdalena, een vrouw notabene. Volgens de verhalen was zij voor haar ‘bekering’ door Christus een vrouw van lichte zeden. Natuurlijk gelooft ze niet wat ze ziet en ze wil Christus aanraken, maar hij zegt: ‘noli me tangere’, raak me niet aan (Johannes 20.17). Dat is natuurlijk een Latijnse vertaling, maar als je het Grieks neemt, kan je het iets beter begrijpen, want dan vertaal je het als ‘stop met aan me vast te houden’, of: ‘stop met je aan me vast te klampen’.
‘Na de opstanding van Christus en de ontmoeting in de ‘tuin’, trekt Maria Magdalena zich als boetedoening terug in de wildernis van Zuid-Frankrijk (volgens Jansons in een woestijn, jb) . Zij blijft daar dertig jaar, vastend en biddend. Het is een apocrief verhaal, zo staat het bijvoorbeeld niet in de Bijbel. Volgens de traditie werd Maria Magdalena afgebeeld als een mooie rijke jonge vrouw in dure kleding. Om heiligen te kunnen herkennen op afbeeldingen voorzag men ze van een attribuut. Bij Maria Magdalena gaat het om de zalfbus.
‘Hoe anders en baanbrekend pakt Donatello het aan! Oud, hologig, uitgemergeld, slechts gekleed in haar haar. Zonder attribuut. Hij moet zich verdiept hebben in hoe iemand er uitzag na al die jaren afzien. Dat is helemaal opmerkelijk gezien het feit dat Donatello een renaissancekunstenaar was. Tijdens de vroege Renaissance gaat het juist om schoonheid, gratie, elegantie en helemaal niet om verval en aftakeling.
Donatello was al 71 jaar oud toen hij dit beeld maakte. Voor die tijd was dat stokoud. Ongelofelijk dat hij heeft staan beitelen in toch een fors stuk hout. En natuurlijk kende hij het verval van zijn eigen lichaam. Je vraagt je af wie de opdrachtgever geweest moet zijn. Bekend is dat het beeld bedoeld was voor het Baptisterium in Florence. Dat was een plaats waar gedoopt wordt, waar een transformatie plaatsvindt. Dit beeld van Maria Magdalena is natuurlijk een symbool voor transformatie en boetedoening, en van een diep geloof waar je alles voor opgeeft.’
Tekst Jan Bom, 2 febr. 2025