Op houtsnijles mogen bij een meester-houtsnijder. Dat is een buitenkansje in Nederland. Niet veel andere ambachtslieden dan Jan van Harskamp kunnen een klassieke schouw in een paleis in volmaakt originele staat herstellen.
Van hem het vak leren levert bovendien een heel bijzondere meester-leerling verhouding op. Jan laat al zijn nieuwe cursisten op de eerste cursusdag hetzelfde bloemetje snijden uit een vierkant blokje lindenhout. Daarna ben je vrij. Jan vertelt je niet wat je moet doen, maar helpt je jouw droombeelden te realiseren. Ook al moet hij eigenhandig jouw keurig lijkende oog hardhandig uithakken, omdat een oog nu eenmaal niet plat, maar bol is.
Elke zaterdag weer een feestje
Het is elke zaterdag weer een feestje, om naar ‘houterij De Specht’ in Zetten te gaan, omringd door de boomkwekerijen van de Betuwe. Al bij het openen van de deur is er de verwelkoming van de geur van vers gesneden hout. Vooral die subtiele iets zoetige geur van lindenhout, veroorzaakt door serpenen, is als een warm parfum. Daarna het knarsende geluid van de vlijmscherpe beitels van de andere cursisten die door het hout gaan. Kan een mens gelukkiger zijn?
Verderop aan mijn werkbank zit Marieke, die heel precies een stoelzitting ter grootte van een postzegel snijdt, de biezen perfect in elkaar gevlochten. Jan helpt haar de poten van haar Oudhollandse eetstoel precies gelijk te maken, zodat deze niet wiebelt. Neeltje maakt een organische gevormde schaal, die ze met rode konen van geluk in de lijnolie zet. Voor Hans, die abstracte beelden van grote kunstenaars als voorbeeld neemt, prepareert Jan buiten op de binnenplaats met de motorzaag de eerste ruwe vormen in een zware stam iepenhout. Met de andere Marieke rekent hij mee aan de maten van een enorme schilderijlijst, die lijkt op een tempel uit de oudheid, inclusief ronde pilaren. Op de draaibank is dat voor Jan een paar minuten werk, om uit een vierkant stuk hout een ronde staaf te halen, maar Marieke gaat het handmatig doen.
“Hang dat maar op in de wc”
De sfeer op de werkplaats is ontspannen, zonder onderlinge competitie. Ieder geeft elkaar raad, gevorderden denken desgevraagd met de beginnelingen mee. Kritiek is opbouwend. Grapjes zijn nooit neerbuigend bedoeld. Dat moment dat de haardos van mijn houten muze hopeloos leek en medecursist Dick zei: “Misschien heeft ze een bad hair day.” Onbetaalbare opmerking. En meteen een perfecte titel voor mijn werkstuk, een detail van een borstbeeld dat ik in het museum Beelden aan Zee in Scheveningen zag.
Dick zelf werkt ook vrij en werkt al jaren aan een lessenaar voor zijn bladmuziek. Geïnspireerd door een tros druiven met bladeren op de hoek van een schilderijlijst begon hij aan een eigen driedimensionale versie, prachtig opengewerkt. Veel advies van Jan lijkt hij niet meer nodig te hebben. Het ontlokte mij de vraag: ‘Zit jij hier eigenlijk ook op cursus?’. Kreeg ik alweer zo’n raak antwoord terug, met de nodige zelfspot: “Ja, wat dacht je dan? Dat ik hier op therapeutische basis zit?”
Of dat legendarische verhaal over de cursist die zijn beeldje thuis presenteerde. Waarop zijn vrouw oordeelde: ‘Hang dat maar in de wc’. Het goedmoedige commentaar van Jan: “Het beeld keek ook wat somber.”
Christus kijkt je intens verdrietig aan
Het moeten deze zachte krachten van Van Harskamp zijn, die voor de ontspannen sfeer op de werkplaats zorgen. Afgestudeerd aan de Wageningen University als bosbouwdeskundige volgde hij zijn hart en bekwaamde hij zichzelf in de houtsnijkunst. Soms laat hij bijna terloops aan het einde van de dag iets van zijn eigen opdrachten zien.
Dan komt er een Christus tevoorschijn, die in de strijd twee vingers is kwijtgeraakt. Het blijkt een meesterlijk uit buxus gesneden figuur te zijn, eigenlijk veel mooier en gedetailleerder dan de Sluter waar het Rijksmuseum zo trots op is. Die glanzende ribbenkast. Die lendendoek, die wel van echt stof gemaakt lijkt te zijn. De armen niet wijd gespreid, maar omhooggehouden, een houding die past bij de geloofsgemeenschap die eeuwen geleden opdracht gaf om dit beeld te maken. Die blik omhoog, zo anders dan andere Christusbeelden met geloken ogen. Deze Jezus heeft zelfs glanzende ogen en kijkt je intens verdrietig aan. Jan geeft hem met chirurgische precisie gesneden twee nieuwe, sierlijk gebogen vingers terug. Die minuscule nageltjes. We staan er allemaal met bewondering naar te kijken.
Op de website van de ‘houterij‘ staan eerdere grote opdrachten van Jan. De ombouw voor een orgel voor het Sidney Sussex College te Cambridge, met gevederde engeltjes. Een kopie van een enorme lijst voor het Roomsch Catholijk Oude Armen Kantoor in Amsterdam met een enorme gouden kroon. Fijn snijwerk voor het Naberorgel in Wilp, klassieke gekrulde bladmotieven, opengewerkt. Drie vrouwen, Standvastigheid, Gerechtigheid en Voorzichtigheid symboliserend, voor in het Provinciehuis van Friesland. En de hal van een landhuis in Zuid-Frankrijk wordt nu bewaakt door een fiere Neptunus met drietand, de wilde lange baard wapperend in de stormwind.
De restauratiewerkzaamheden voor paleis Het Loo staan er nog niet eens op. De laatste jaargangen van werkstukken van cursisten ook niet. Het komt er maar steeds niet van. Van Harskamp is druk. Niet alleen op de zaterdagen stelt hij zijn werkplaats open voor cursisten, maar ook op doordeweekse avonden. Ook verzorgt hij gastlessen bij het walhalla voor de houtsnijder en houtbewerker, de winkel Baptist in Arnhem, waar je wand na wand aan verschillende beitels kunt uitzoeken. Cursisten van Jan hebben nooit problemen om iets te bedenken voor hun verjaardag of voor onder de Kerstboom. Baptist heeft het.
Glad als Gibbons of ruw als Balkenhol?
Mijn haardos vordert en begint al ergens op te lijken. Maar al die keuzes… Ga ik dit beeld net zo glad afwerken als onze ‘Master Sculptor’ Grinling Gibbons dat deed, de pionier in het werken met lindenhout? Met het risico dat ik het hout ‘dood schuur’? En nog minstens een jaar bezig ben, met schuurpapier en diamantvijlen? Of kies ik voor de ruwe afwerking van de Duitse kunstenaar Stephan Balkenhol, die juist de schilferige littekens van zijn grote beitels in het hout wil tonen? Misschien iets er tussenin? Ruw houden maar wel met een gladde gouden haarband, subtiel verscholen?
Het is een hele zoektocht om een eigen handschrift te vinden. En dan die tienduizend uur werken die je nodig schijnt te hebben om professioneel te worden. Lukt dat nog op mijn leeftijd? Heb ik het wel in me? Maar ik ben niet de enige senior, die in het houtsnijden een nieuwe levensvervulling vindt. Ik zie in de houtwerkplaats de nodige leeftijdsgenoten, net als op de websites op internet waar houtbewerkers elkaar hun werkstukken laten zien. Ik tel zelfs iets meer vrouwen dan mannen, maar bij Jan komen ook wel jonge mensen op cursus. Ze moeten soms een tijdje geduld hebben, want er kan een wachtlijst zijn.
Vragen, vragen, vragen. Maar Jan is er altijd met advies en praktische hulp. Ik informeer hoe ik een saai stuk haarbos aan de zijkant van het hoofd van mijn muze kan verlevendigen. Wij kijken samen naar de foto’s die ik in Beelden aan Zee maakte, die steeds minder een voorbeeld en steeds meer een inspiratiebron zijn gaan vormen. Jan kiest uit de tientallen beitels op de werkbank een ‘twee/vijf’ guts, zet hem in de haardos en even later is er een haarkrul die buitelt en danst, alsof mijn muze net voor haar trouwdag naar de kapper is geweest. Zo naturel. Zo levensecht. Wow!
Reacties zijn gesloten.