Toen Karel Appel nog houten beelden maakte, zoals deze ‘Windmolen’, gaf niemand nog een cent voor het werk van de jonge kunstenaar.
Het was kort na de Tweede Wereldoorlog. Karel Appel (1921-2006) had zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam onder de Duitse bezetter afgemaakt. Hij was verzwakt teruggekeerd uit de provincie, uitgeweken om niet als arbeider in Nazi-Duitsland te hoeven werken. Schildersmaterialen waren schaars en duur.
“De elkaar verscheurende kleuren”
De arme kapperszoon Appel zocht restanten hout bij elkaar en sloopte zelfs de houten luiken van zijn ramen. Zo begon hij in 1947 zijn eerste beelden te construeren. Een guts of klopper kwamen er niet aan te pas. Appel beperkte zich tot hamer, kwast en een paar kleuren verf: vooral rood, geel en blauw. De kleuren waren al fel en contrasterend, kenmerkend voor zijn latere werk. “De elkaar omarmende en de elkaar verscheurende kleuren”, zou zijn vriend Lucebert later over de verzameling beschilderd afval op zijn zolderkamer schrijven. Van hout, een bezemsteel en een stofzuigerslang maakte Appel bijvoorbeeld het werk Drift op Zolder.
Alleen een kunstverzamelaar uit België zag iets in zijn vroege werk.
Pas na de bundeling van een internationaal gezelschap van kunstenaars tot de CoBrA-groep (Copenhagen, Brussel, Amsterdam) in 1948 kwam de eerste erkenning uit de formele kunstwereld. Vooral het Stedelijk Museum in Amsterdam exposeerde het werk van Appel en voorzag hem van grote opdrachten. Toch bleven de houten beelden uit zijn beginjaren zijn hele leven in eigen bezit, onverkocht.
Gestorven als multimiljonair (met een geschat vermogen van 30 miljoen euro) schonk Appel de houten beelden uit zijn ‘arme’ experimentele periode als dank aan het Stedelijk. Een werk is daar nu te zien: Windmolen, een constructie van ruwe stukken boomstam en afgezaagde stukken bezemsteel en een tak.
“Alles werd gevierd”
Kunsthistorici rekenen het werk van Appel tot het expressionisme. Volgens de curatoren van het Stedelijk kwam deze abstracte stroming voort uit de behoefte aan een nieuw begin. “Alles wat aan kunst, muziek en denkbeelden onder het nazisme en fascisme was verboden werd gevierd. Figuratieve kunst reflecteerde te zichtbaar op eigen tijd.” Over CoBrA: “Hun kunst sloot aan bij het vooroorlogse modernisme, vooral het expressionisme met haar fascinatie voor buiten-Europese culturen.”
Nu roept de “Windmolen” van Appel niet direct associaties op met Afrikaanse maskers of Polynesische houtsnijkunst. Eerder zie je dat Appel experimenteert met kleurvlakken. Hij brengt spontaan vormen bij elkaar. De “Windmolen” ligt dan ook veel dichter bij een andere fascinatie van Appel: kindertekeningen. Zoals het Nederlandse publiek heel lang neerbuigend over Appels schilderijen zou zeggen: “Dat kan mijn kind ook”, zou je van de primitieve molen kunnen zeggen: “Zo zou een kind ook zoiets in elkaar timmeren.” Ikzelf vind het een prachtig werk, een ‘oer-Appel’.
Twee uiltjes en andere werken
Andere houten werken van Appel die het Stedelijk in bezit heeft zijn het prachtige Twee uiltjes, waarvan de kopjes van de vogels niet meer zijn dan gele vlekken met twee blauwe cirkels als ogen. De ruwe houtnerf werd door Appel getransformeerd in een rood met blauw verenkleed.
Andere werken van Appel in hout van het Stedelijk zijn:
+ De Brug
+ Figuur
De Windmolen was in 2023 te zien in de tentoonstelling Yesterday-Today in het Stedelijk Museum Amsterdam.